Anne Sophie Kruit: Combineren van Promotieonderzoek met Klinisch Werk
Veel promovendi doen (een gedeelte van) hun promotieonderzoek naast werk in de kliniek. Dit kan soms best stressvol zijn. Wij vroegen drie ervaringsdeskundigen die hun promotieonderzoek combineerden met klinisch werk naar hun ervaringen en tips voor succes.
Toen ik startte met de experimenten werd ik met meer regelmaat uit de kliniek vrijgeroosterd. Dit was af en toe een logistieke nachtmerrie, omdat ik zowel te maken had met de volle agenda van het dierenlab als die van onze roosteraar. Gelukkig waren mijn collega’s hier altijd erg meedenkend in en ontving ik hierin de steun van ons afdelingshoofd en mijn promotor; Prof. Dr. Ulrich.
Eenmaal in opleiding was het lastig het onderzoek naast de drukke vooropleiding door te trekken. Eigenlijk hoefde ik alleen nog maar mijn laatste artikel en het boekje te schrijven, toch viel dat in de realiteit tegen. Na een jaar besloot ik dus het laatste deel van de vooropleiding parttime te doen, zodat ik in ieder geval 1 dag in de week vrij was voor de promotie. Dit bracht me veel rust en eindelijk weer aandacht voor het schrijven van artikelen. Uiteindelijk promoveerde ik afgelopen september 2021.
Wat voor mij altijd de drijfveer van het onderzoek is geweest, is dat ik het onderzoek enorm leuk vond! Hiervoor waren meerdere factoren verantwoordelijk; de samenwerking met meerdere afdelingen in het ziekenhuis (o.a. dierenlab, pathologie, klinische chemie - waardoor ik daar op een gegeven moment allemaal collega’s kende), het praktisch bezig zijn (ik opereerde in het latere stadium alles zelf, inclusief de micro) en het feit dat ik de opzet en uitvoering van de eerste Nederlandse hand-arm transplantatie van heel dichtbij heb kunnen meemaken, wat hierdoor ook onderdeel werd van mijn promotie. Voor mij is dit dan ook de belangrijkste tip voor iedereen die wil promoveren, of dit nou naast je baan in de kliniek is of fulltime; zorg dat het een project is waar je affiniteit mee hebt en wat bij je past en maak het dan helemaal eigen. Dan kan je automatisch al een hele hoop meer aan.’